test Mama … Jij bent de liefste van de hele wereld!

IMG_3788_1024
image-510

22 maart 1972: precies negen maanden na de huwelijksreis van mijn ouders word ik geboren. Een piepklein, knalroze hoopje mens met fijne, zwarte haartjes. Mijn mama – ook wel Clairtje, poeske, of Michielske genoemd door mijn papa – kijkt liefdevol op mij neer terwijl ik vredig in haar armen lig. Het is liefde op het eerste gezicht. Onvoorwaardelijke liefde, dat zie ik als ik de vergeelde fotoalbums bekijk die stof verzamelen in de kast. Mijn mama ziet mij graag en ik zie haar graag, en zo begint ons avontuur samen.


thumb_Katja 13 - versie 2_1024
image-511

1974: ik ben twee, en ik zeg nee. Nee, ik wil die lelijke broek niet aan, nee ik eet geen spinazie, en nee ik ga niet buiten als mijn jas niet dicht is. Ja, ook die allerlaatste knoop. Ik maak mijn mama compleet gek, zeker als ze op het punt staat om te gaan werken en ik net dan beslis om het pietje-precies uit te hangen. Met de moed der wanhoop knoopt ze schijnbaar kalm mijn jas dicht, draait ze mijn sjaal op de juiste manier rond mijn halsje en krijg ik de muts die – helaas voor haar – op de tweede verdieping van ons huis lag. Met de ervaring die ik nu zelf als moeder heb, weet ik dat ze mij op dat moment waarschijnlijk het liefst van al achter het behang had geplakt. Maar ze ziet me nog steeds graag. Dat voel ik vooral als ze ’s avonds met mij in mijn verduisterde slaapkamertje zit, en slaapliedjes voor mij zingt. Mijn mama is allesbehalve een podiumbeest, maar voor mij haalt ze een heel repertoire boven. Ik zou er uren naar kunnen luisteren.

IMG_3790_1024
image-512

1976: ik ben vier en ik krijg er een broertje bij. Ik zou willen zeggen “dank je, mama” maar bij nader inzien had het eigenlijk echt niet gehoeven. Stel je voor: je bent vier jaar lang de oogappel van je moeder en dan gooien ze daar ineens zo’n hulpeloos huilend bundeltje binnen, dat compleet met alle aandacht gaat lopen. Je zou voor minder al eens boos zijn. Of die schreeuwlelijkerd straal negeren. Ok, het dekentje tot boven zijn hoofd trekken omdat je hem letterlijk niet meer zou zien, was er misschien wat over, maar hey: wanneer kijkt er nog eens iemand naar mij? Lieve mama, zo’n jaloerse, opstandige kleuter in huis zal waarschijnlijk geen pretje geweest zijn, en waarschijnlijk heb je af en toe aan “weggeven voor adoptie” gedacht. Maar toch bleef je me graag zien. En mocht ik blijven. Waarvoor dank, mama.

1983: ik ben elf jaar en vertrek op sneeuwklassen. Weken op voorhand al ween ik mezelf ’s avonds in slaap omdat ik eigenlijk niet durf. Ik ben nog nooit een week alleen van huis weggeweest, en kijk er enorm tegen op om het warme nest achter te laten. Gelukkig ben jij er, mama, om mij te troosten en bemoedigende woordjes toe te fluisteren, terwijl je op dat moment waarschijnlijk zelf vanbinnen aan het sterven bent. Net zoals elke moeder is het ook voor jou ontzettend moeilijk om los te laten, om je kind zorgeloos samen met een honderdtal andere kinderen op een trein te zetten richting één of ander verdorven ski-oord. Maar je toont het niet, om mij te sparen. En uiteindelijk zal jouw bezorgdheid enkel maar blijken uit het feit dat je je handtas – het hele hebben en houwen van een vrouw – op het perron achterlaat. Een detail dat boekdelen spreekt, want jouw gedachten waren meegereist met je dochter die hartverscheurend huilend de trein was opgestapt. Achteraf gezien is het zo mooi wat een moeder voor haar kind over heeft. Want eigenlijk had die bezorgdheid niet gehoeven. Na een dag was de ergste heimwee voorbij, en ontmoette ik de Man Van Mijn Leven: Beat (uitgesproken als Béat), een blonde skigod met parelwitte tanden, die de hartjes van zijn leerlingen behoorlijk wat sneller deed slaan. Neem het van me aan, mama, ik heb geskied alsof mijn leven ervan afhing.

1987: ik ben vijftien en de puberteit slaat hard toe. Tot nu toe kon ik alles met mijn mama delen, maar onder invloed van opspelende hormonen ben ik van mening dat ik beter al mijn geheimen voor mezelf houd. Dus, mama, goed luisteren nu, want wellicht weet je niet dat ik toen een stuk of drie jongens tegelijk aan het lijntje hield, dat ik ’s avonds al eens via het badkamerraam durfde te ontsnappen, en dat ik altijd bij die ene vriendin bleef slapen omdat haar ouders niet doorhadden dat we ’s nachts wegglipten om de hele nacht te gaan fuiven. Of je wist het wel, en dan ben ik je immens dankbaar omdat je me even laten razen hebt. Ik weet zeker dat ik daardoor sneller uitgepuberd was.

Een jaar later, in 1988, vind ik de tweede man van mijn leven, en beschouw ik mezelf oud genoeg om een “volwassen relatie” aan te gaan. Ik kan me het gesprek in de auto – een lichtgrijze Mitsubishi Colt – nog levendig herinneren, net alsof het gisteren was. Ik bracht het onderwerp heel nonchalant ter sprake, terwijl mijn hart in mijn keel klopte: “zeg, mama, misschien is het wel eens tijd dat ik de pil neem …”. Het feit dat je toen niet in shock bent gegaan en rustig naar huis bent gereden zonder andere weggebruikers te rammen, vind ik tot op de dag van vandaag nog steeds bewonderenswaardig. Ik hoop van harte dat ik mijn eigen dochters ooit datzelfde plezier zal kunnen doen …

In de jaren die volgen blijf je mijn steun en toeverlaat. Ik herinner mij bijvoorbeeld die vreselijke blokperiodes waarin jij de rots in de branding was. Soms bleef je tot stukken in de nacht op om me op tijd en stond iets te drinken of te eten te geven terwijl ik hele cursussen van buiten blokte. Of je voerde me naar mondelinge examens, stilzwijgend als ik slecht gezind was, mij moed insprekend als ik in paniek was omdat ik de helft van de cursus niet eens gelezen had. Ik hoop dat je weet hoe belangrijk dat voor me was. Ook al kreeg je in die stresserende momenten niet veel meer dan een snak en een beet, het feit dat jij er gewoon was maakte alles goed.

In 1998 verlaat ik het ouderlijk huis. Ik ga samenwonen met de derde en echte man van mijn leven, en jij ziet dat het goed is. Ik ben gerustgesteld, maar toch blijf ik heel dicht bij jou in de buurt: ik ga namelijk naast de deur wonen. Buren voor het leven. En ik moet eerlijk toegeven, ik heb het mij achteraf geen moment beklaagd. Behalve misschien die ene dag dat je de kleur op onze muren afkeurde, met kletterende ruzie tot gevolg. Na een maand of twee heb ik schoorvoetend toegegeven dat je gelijk had: dat kanariegeel was spuuglelijk, en het is inderdaad op onze zenuwen gaan werken …

DSC02962_1024
image-513

Op 15 november 2005 wordt je voor het eerst oma, en ik mama. Sindsdien heb ik het gevoel dat ik je beter begrijp dan ooit. En kan ik me soms niet voorstellen hoe ongelofelijk lullig of belachelijk kinderachtig ik tegen jou ben geweest. En daar moet een mens dan zo oud voor geworden zijn. Maar beter laat dan nooit zeker? De eerste keren dat ik alleen met mijn dochter in haar verduisterde slaapkamertje zit, en voor haar slaapliedjes zing, word ik overspoeld door emoties. Zo moet mijn mama zich gevoeld hebben tegenover mij, haar eerste kind, haar dochter. En alle puzzelstukken vallen op zijn plaats. Opeens begrijp ik alles wat ze ooit tegen mij zei. Of het nu positief of negatief was, alles kwam voort uit die Onvoorwaardelijke Liefde. Voor mij. Ik kan met geen woorden beschrijven wat dat toen deed met mij …

Ondertussen zijn we weer zoveel jaar verder, en heb ik nog honderd keer meer inzicht gekregen in wat mijn mama allemaal voor mij gedaan heeft. Mannekes, wat een sterke, fantastische vrouw. Onlosmakelijk verbonden met mij, en met mijn leven. 43 jaar geleden via een navelstreng, vandaag via een dagelijkse ontmoeting met de buren. Buren die ondertussen zelfs inwonen, gezellig samen onder één dak. Inwonenden voor het leven dus. En neen, mama, tijdens de renovatie van onze nieuwe stek hoefde je je geen zorgen te maken: dit keer kwam er geen kanariegeel tegen de muren …

IMG_9876_1024
image-514

Proficiat met je Moederdag, mama. Je zal misschien een beetje foeteren als je deze blogtekst op je tablet ontdekt – jaja, je doet je uiterste best om mee te zijn met je opgroeiende en “ipad-ende” kleinkinderen – want je staat helemaal niet graag in de spotlights. Maar je zal me deze goestingdoenerij wel vergeven denk ik. En anders zal ik nog eens in de hoek gaan staan, net zoals toen ik twee was. :-) Mijn liefste mama, ik zeg het misschien niet zo vaak maar ik meen het heel erg: ik zie u graag!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *